zaterdag 27 februari 2016

Radio

Santa Klaas had me een radio gegeven, de radio paste perfect op de vensterbank bij de gootsteen in de keuken en aangezien ik graag uitgebreid kook (en bovendien de enige ben in dit huis die in staat is iets eetbaars klaar te maken), breng ik nogal wat tijd door in de keuken.
Luisteren naar de radio leek mij een perfecte manier om mijn Engels uit te breiden, meer te begrijpen van de maatschappij waarin ik leef en bovendien op de hoogte te blijven van de laatste hits.
Klinkt helder, overzichtelijk en haalbaar, bleek niks van waar.
Ten eerste hebben radiozenders hier geen overzichtelijke namen zoals Veronica of radio1, maar is het altijd een volstrekt willekeurige en vooral vrij lange verzameling aan medeklinkers. Hongaars is er niks bij. Zelf hebben ze ook wel door dat nooit iemand WGBXGHGR gaat onthouden als zijn favoriete radio-zender, dus daarnaast is er dan nog de werktitel, waardoor het WGBXGHGR Fresh Radio wordt, maar tegen de tijd dat je bij de Fresh aankomt, ben je allang niet meer aan het opletten.
Ten tweede is het land nogal groot is, er wel landelijke radiozenders, maar je luistert naar de lokale tak. Op zich heel logisch want stel je komt bij het file nieuws en er staat een file op de I90 ten westen van Boston en rond San Diego is het ook wat druk, dat werkt niet. Een echt probleem is het niet, maar het blijft daardoor wel allemaal erg lokaal, want het blijft niet bij het verkeer en het weer.
Wat wel reuze-irritant is, is dat de radiomakers denken dat hun luisteraars peuters zijn. Dit behoeft een korte uitleg, peuters zijn dol op herhaling, je hebt slechts 1 voorleesboekje nodig (helaas altijd dat boekje waarvan je hoopte dat ze niet zouden zien omdat je het een beetje achter al die prachtige prentenboeken verstopt had, iets over bulldozers bijvoorbeeld), kunt eindeloos samen dezelfde puzzel maken, hoeft maar 1 ding te koken (pasta tomatensaus mét spekjes) en wil maar 1 ding op brood (mus, ook wel humus).
De radiomakers zijn van mening dat hun luisteraars dezelfde herhaling nodig hebben, dus bieden hun luisteraars een selectie van ongeveer 10 nummers aan die minstens een maand lang herhaald worden. En denk nu vooral niet dat je na een maand verlost wordt van die inmiddels vermaledijde afspeellijst, nee, zoals ook bij peuters geldt, moet verandering geleidelijk worden geïmplementeerd. Dus na een maand krijg je een nieuw nummer gevoerd, éen nummer. En eigenlijk is het best wel een stom nummer, maar je bent al zo ongelofelijk blij dat je wat nieuws te horen krijgt dat je het slikt als zoete koek. Totdat je dus beseft dat het een ongelofelijk beroerd nummer is, en je hier naar alle waarschijnlijk een flinke tijd aan vast zit.
Er zit maar een ding op, er moet gezapt worden. Dat betekent een rondgang langs flink evangelische zenders (is een stuk minder leuk dan je zou denken), veel, heel veel Spaanstalige zenders (hier geldt, ho ho, éen taal tegelijkertijd verfijnen), en als je rond de 101 fm komt sowieso een country-zender, ongeacht waar je je in het land bevindt.
En zo draai ik telkens na een paar dagen aan de grote knop in de hoop een nieuw pareltje te vinden, met een voor mij frisse nieuwe playlist, een goede country-kraker of anders minstens een fijn opruiend republikeins praatprogramma. Gelukkig heeft de radio me tot nu toe niet teleurgesteld.

dinsdag 23 februari 2016

Poes

Poes was er al ver voordat ik er was. Toen de Man nog een slonzige student was zorgde Poes ervoor dat de Man niet door muizen opgegeten werd. Poes was verder makkelijk in het onderhoud, met een duidelijk Mi-auw eiste hij eten en een schone bak. Daarna trok hij zich weer braaf terug op of onder bed.
Poes paste niet in een van de drie koffers die we meesleepten ons nieuwe bestaan in (go west!), dus Poes bleef in 'the old country' en zou te zijner tijd overkomen.
Ons leven hier kreeg vorm en een dak, de mini-mannen strooiden kwistig met etensresten (die gestage stroom import-hagelslag) en muizen kwamen van heinde en verre om te profiteren van deze hoorn des overvloed.
Ze bleken niet zindelijk, geen verantwoord wollen vrije school rompertje bleef zonder knaaggaten (en ook de wollen t-shirts en met vlijt zelf gebreide vestjes moesten er aan geloven), en waren ook nog eens heel erg brutaal. De maat was vol, tijd voor Poes om zijn intrede te doen.
Poes werd op het vliegtuig gezet en ik kon Poes ophalen bij afgelegen industrie-terrein 1. Dit klinkt heel erg makkelijk en dat was het uiteraard niet. Poes was inderdaad op afgelegen industrie-terrein 1, maar ik kreeg poes pas mee nadat ik een stempel had laten zetten op een document dat Poes mee had genomen uit Nederland. Logisch en vooral handig zou zijn geweest als dat een beetje in de buurt kon, maar dat moest toch echt bij afgelegen industrie-terrein 2 gebeuren, een ruim kwartier rijden van afgelegen industrie-terrein 1, met bovendien een route die langs een tolpoortje leidde, waar ik het astronomische bedrag van $3,50 moest betalen, gelukkig wel aan de meest vrolijke tolpoort-bediende ooit (en met zo'n baan lijkt iedere vorm van vrolijkheid me een zeldzaamheid). De stempel kwam met een hele berg aan dad-jokes (oh MIT, the Monterrey Institute of Tech, you must be very proud of your husband) en fluks konden het Konijn en ik weer richting afgelegen industrie-terrein 1.
Gelukkig had ik de juiste stempels gekregen en nog eens $50,- verder mocht Poes mee naar huis. Nog een keer langs de allervrolijkste tolpoortbediende ooit (bij het tweede bezoek was ik zelfs gepromoveerd tot 'princess', maar moest alsnog de $3,50 betalen).
Poes moest even wennen, pieste van de weeromstuit naast zijn fonkelnieuwe bak, maar ving en ontleedde wel braaf in zijn eerste Amerikaanse nacht een muis. En sindsdien is het rustig in huis, geen getrippel meer, ik kan beginnen alle gaten in al het kostbaar wollen goed te mazen zonder dat ik nog bang hoef te zijn dat er meer gaten bij komen en heb 's avonds als Poes uit zijn schuilplaats tevoorschijn komt (peuters en oude poezen zijn niet de allerbeste combinatie), komt hij fijn naast me zitten en kroelen we een beetje.
Mi-auw.

vrijdag 19 februari 2016

melk (ook wel poffie poffie)

Ik heb een rampzalig erg probleem, van wereldproporties. Echt heel erg erg.
Het zit zo, iedere ochtend maak ik een sloot koffie (de koffie is absoluut noodzakelijk, lees 'samenslapen'), die koffie drink ik met een kleine oceaan geschuimde melk. Die melk warm ik eerst op in de magnetron en schuim dan op met mijn grote vriend de ikea-schuimer, zo'n mini-garde op batterijen.
Maar sinds enkele dagen schuimt ie niet meer goed.
Batterijen al verwisseld, alles schoongemaakt, maar het mag niet baten. Ik drink nu dus noodgedwongen van die koffie verkeerd die me aan bruine kroegen met tapijten op tafel en zelfgedraaide shaggies doet denken. En ik vind het heel erg niet hip.
Het matcht niet bij mijn fuchia-roze thermoskan waar ik geheel uit drink (want dat neemt zo lekker handig mee naar de playground).
De schuimer gaat als de brandweer, dus het is me een raadsel waar het nou aan ligt. Is het omdat het dit keer organic melk is en dat gewoon niet het schuimende type is. Ligt het aan de schuimer, die zoals alles van Ikea zijn dienst bewezen heeft na 120 maatbekers geschuimde melk dienst weigert.
Zou de melk er lucht van gekregen hebben dat het buiten zo ongelofelijk koud was en weigerde daardoor dienst?
Lag het aan de organic koe (of koeien, want het lijkt me sterk dat er in zo'n gallon melk (4 liter), melk van slechts éen koe zit) waar de melk vandaag kwam, was hun leven niet organic genoeg geweest naar hun zin en hebben ze daarom schuimweigerende melk gemaakt.
Ik pijnigde mij het hoofd erover terwijl ik aan mijn ontzettend niet hippe koffie verkeerd, die helemaal niks meer met lattes te maken had, nipte.
En toen, in een zeldzame vlaag van schoonmaakwoede (zeer zeldzaam moment), gecombineerd met een fascinatie voor echt goed afwasmiddelschuim (gaat volgens mij nooit helemaal over), heb ik schuimer aangezet in een bakje sop. 
En nu, als ware het een wonder! Melkschuim! De meisjes van de koffiezaak om de hoek kunnen er een puntje aan zuigen, goede stevige melkschuim.
Mijn koffie is weer hip, mijn fuchsia-roze thermoskan fonkelt net een fractie meer en ik geniet weer met volle teugen van mijn koffie met geschuimde melk. Halleluja, hoezee! 

woensdag 17 februari 2016

stofzuigen

Ik doe het niet graag maar wegens een gestage stroom  import-hagelslag doe ik het wel vaak.
Een stofzuiger was dus nodig en een avontuurlijke trip naar de walmart (een gezellige blauwe loods met alle huishoudelijke noodzakelijkheden die je je in kunt denken, inclusief accu's) verder waren wij in het bezit van een heuse Amerikaanse stofzuiger.
Waar vrijwel iedereen in Nederland volgens mij zo'n doos met slang als stofzuiger heeft, zijn ze hier qua ontwerp in de jaren '50 blijven hangen. De stokstofzuiger (geen idee of het ook echt zo heet, maar volgens mij dekt het de lading).
Je hebt een stok van iets meer dan een meter, met aan de onderkant het zuiggedeelte, in het midden van de stok de motor en stofverzamelbak en bovenaan het handvat.
Volgens reclames zwier je soepel met zo'n beest je huis door, maar niets is minder waar.
Op een of andere manier vond de fabrikant het absoluut noodzakelijk dat er ook een roterende borstel in het mondstuk zit, dat neemt natuurlijk nogal veel ruimte in, maar hé, je bent een Amerikaan en hebt dus vast een kast van een huis waardoor je alsnog licht op de voeten door je reusachtige woonkamer zwiert met je stokstofzuiger. Die borstel is een hufter, het is de bedoeling dat hij dingen die stofzuiger injaagt, maar door zijn woest gedraai schrikt hij alles af en schiet het juist de ruimte in. Als je je aan de achterkant van de stofzuiger bevindt, ben je veilig, voor alle andere richtingen zijn veiligheidshelmen/brillen/schoenen met stalen neuzen aan te raden. Soms weet hij een stukje duplo te pakken te krijgen , dit mangelt hij dan een tijdje luid gillend en puffend om het vervolgens vernield uit te spugen. 
Een ander probleem is het snoer, dat zit uiteraard aan de stofzuiger vast, dat is logisch, maar omdat je de stofzuiger voor je uitduwt, komt het snoer automatisch voor je voeten, waardoor je of struikelt, of een soepele zwaai voorwaarts wil maken, maar door de lengte van het snoer waar je op staat beperkt wordt en je jezelf zowat onderuit trekt (blijkbaar ken ik mijn eigen krachten niet). 
Ik zou me natuurlijk de kunst van het achteruit stofzuigen eigen kunnen maken, maar dan ontstaat het volgende probleem. Killerborstel wil het snoer opeten, hierdoor raakt stokstofzuiger dermate afgeleid dat het vergeet daadwerkelijk stof te zuigen. Het snoer wordt ook niet heel vernuftig automatisch opgewonden, dit moet je zelf doen om de twee haken die zich aan de zijkant van de stofzuiger bevinden. En het snoer is uiteraard altijd te kort, maar dat is geloof ik wereldwijd een bekend stofzuigerprobleem. 
Ik ploeter braaf door met de Stokkie en houd in mijn achterhoofd dat later als we groot zijn ik een hele degelijke Europese stofzuiger ga kopen, zo'n doos. Of misschien als we nog iets groter zijn een schoonmaakster die ervoor zorgt dat ik nooit meer hoef te stofzuigen, dat kan natuurlijk ook.

zondag 14 februari 2016

Koud

Bostonians zijn bikkels, Canadezen waarschijnlijk nog meer, maar Bostonians zijn al vele malen meer bikkeliger dan ik ben.
Ik wil ergens rond de 20 graden (Celsius) eventueel overwegen mijn winterjas op te bergen, Bostonians hebben ongeveer hetzelfde idee alleen dan met 20 graden Fahrenheit, voor de goede orde, dat is -7 (Celcius). Niet zelden zie ik mensen op straat lopen met slippers, korte broeken en t-shirts, het spreekt voor zich dat er van een muts, wanten, fijne warme winterjas geen sprake is.
Ongeveer het eerste dat ik gedaan heb toen onze Boston plannen serieuzere vormen aan begonnen te nemen, was een degelijke winterjas aanschaffen. Terwijl ik klappertandend bij de zandbak sta (en ik sta noodgedwongen omdat er 20 centimeter sneeuw op de bankjes ligt), zo diep mogelijk in mijn serieuze winterjas gestoken, zie ik mensen om me heen slechts gekleed in een dun jasje. Hun peuter draagt alleen een dunne broek en een hemdje, want de zon schijnt ten slotte en van al dat spelen krijg je het uiteindelijk wel warm.
En op zich is dat heel logisch, want om op latere leeftijd snowmageddon in je korte broek te overleven, moet je natuurlijk wel al vroeg gehard worden. 
Maar blijkbaar is er toch een punt dat zelfs Bostonians het wat fris gaan vinden, en dat punt is nu met -20 (overdag) bereikt. Het is zo koud dat we geen warm water meer hebben, de vaatwasser het dus ook niet doet (en ik dus ook niet met de hand af kan wassen, want geen warm water).
Het is zo koud dat het condens aan de binnenkant van de ramen bevroren is en de kofferbak van de auto dichtgevroren was.
Wonderlijk genoeg was dat het enige dat bevroren was aan Barreltje, dus boodschappenronde kon nog wel gedaan worden.
Wij duiken dus knus een dagje onder een deken op de bank en hopen dat tegen de tijd dat ik morgen wil douchen het warme water weer stroomt en we weer naar buiten kunnen zonder dat onze neus er af vriest.
 

dinsdag 9 februari 2016

Wat zeg je?

We hadden de verplichte medical check zodat het Konijn naar school kon blijven gaan min of meer doorstaan. Hij bleek geen gluten-allergie te hebben, slechts een licht ijzer-tekort en dus 'wax' in zijn oren. Omdat Amerikaanse kindjes blijkbaar geen 'wax' in hun oren hebben, doorstaan de meeste Amerikaanse peuters de gehoortest. Kinderen van nuchtere (lees; luie) Nederlandse ouders hebben wel 'wax' en daar snapt het gehoortest-apparaat helemaal niks van. Na drie keer testen rolde er een automatische doorverwijzing naar the Boston Children's Hospital uit. Niks aan te doen, het systeem had gesproken.
Ik maakte niet al te veel zorgen, het Konijn doorstond iedere keer met vlag en wimpel de ijsjes-test (fluisterend vanaf een afstandje vragen of hij een ijsje wil), dus ik had niet al te veel haast met de afspraak. Ongeveer 2 maanden na de eerste medical check was het eindelijk tijd voor onze afspraak en uiteraard net tijdens de tweede sneeuwstorm. De eerste keer dat ik Bostonians zag rijden die zich aan het snelheidslimiet hielden, lichten hoefden nog steeds niet aan, waarom zou je (in een sneeuwstorm met je grijze of witte auto) en afstand houden is ook voor watjes.
Na een niet zo snelle, maar toch spannende rit bereikten we het ziekenhuis en kon het Konijn een serieuze gehoortest doen. Het Konijn deed zijn 'ik ben zeer onder de indruk van medisch personeel, dus doe braaf wat ze van me vragen' routine en  bleek prima te horen, dus ik dacht dat we ons snel weer met Barreltje in de sneeuw konden storten.
Maar zo makkelijk kwamen we er niet vanaf.
Dit bleek een zaak die serieus genomen werd, dus naast de verpleegkundigen die de test afnemen, moesten we ook nog de arts en de arts in opleiding zien. Dat was allemaal strak gepland, maar door die sneeuw was alles in de soep gelopen en moesten we drie kwartier wachten.
Nu vind ik vooral mijn eigen kinderen heel erg leuk en die van anderen (die van vrienden en familie uitgezonderd) een stuk minder leuk. Ik vind ze het minst leuk als die kinderen waar ik geen enkele binding mee heb, een telefoon met you-tube in hun kleine handjes geschoven krijgen met een veel te vrolijk kinderliedje op repeat met het volume vol aan. Na een luttele 3 kwartier 'twinkle twinkle, little star', mochten we eindelijk dokter nummer 1 en 2 zien. Beide waren het gelukkig met me eens, dat dit voor alle partijen betrokken een totale verspilling van onze tijd was en fluks konden we het pand weer verlaten en ons in de sneeuwstorm storten.
Het Konijn luistert nog steeds matig, maar nu weet ik in ieder geval zeker dat het niet aan zijn oren ligt.

zaterdag 6 februari 2016

Thrift shop

Ikea is voor iedereen die nood heeft aan meubels en een beperkt budget heeft, zijn beste vriend. Dat het nogal gammel is en niet bijzonder mooi, is iets dat je op de koop toe moet nemen. Maar om te voorkomen dat ons budgethuis eruit ging zien zoals in de catalogus (haha, I wish), leek het ons verstandig wat af te wisselen in meubel aankoop.
We konden daarvoor natuurlijk naar dat schattige pitoreske antiekwinkeltje om de hoek gaan, die prachtige fauteuils in de etalage had staan, maar we waren met een reden naar de Ikea gegaan, dus dit lag niet binnen ons bereik.
Gelukkig bevindt zich aan de overkant van de antiekwinkel de thriftshop, een winkel vol oude meuk, pareltjes, wat muffig ruikende kleren, (kook)boeken (the jewish lesbian book on dog training), meubels en ingelijste dingen waarvan je je afvraagt waarom iemand het ooit heeft ingelijst.
Om in een thriftshop te mogen werken, moet je volgens mij eerst een test in eigenaardigheid doorlopen, ben je te normaal, dan kom je niet door de keuring. Een te kort been werkt goed, of bijvoorbeeld de noodzaak om je pony in een elastiekje voor je neus te dragen en onder je zonnebril door die je nooit af doet.
Zoals je begrijpt is het een van mijn favoriete winkel in de buurt, het levert niet alleen altijd een fijn schouwspel op, maar ook nog eens met een beetje geluk wat leuke dingen voor in huis.
Zo zijn wij nu in het gelukkige bezit van een nogal hysterische roze fauteuil, die fantastisch zit en volgende de Kleine Beer ook nog eens heel goed geschikt is om op te springen, een commode met 3 wielen en vier hoeken (niks dat niet met een beetje geweld op te lossen is), een niet heel erg mooie eettafel, nog lelijkere bijpassende stoelen en zeer discutabele kussens op die stoelen, een paar ingelijste stillevens, een flinke stapel kookboeken (op donderdag 50% korting op boeken die voor de korting toch maar $1,- waren) en als kers op de taart en unauthorized biografy van Martha Stewart.
Alles dat te groot is om zelf naar huis te sjouwen kun je laten brengen door een 'man with a van', deze zijn net zoals de medewerkers in de winkel, louter eigenaardige types en houden met een selecte groep 'men with vans' punk met bijbehorende spillepootjes, skinny-jeans en spijkerjasjes zonder mouwen, maar met politieke statements op lapjes stof die met veiligheidsspelden aan de jakje zitten' in stand.
Als ik alle 'dirt' over Martha heb gelezen ga ik denk ik me denk ik maar eens verdiepen het opvoeden van honden volgens de joods lesbische traditie.



dinsdag 2 februari 2016

Hiken

Een van de voordelen van verhuizen naar de andere kant van de oceaan is, dat je een hele nieuwe omgeving hebt om te ontdekken. En in ons geval ook nog eens een hele mooie omgeving. Als de Man dus zo rond het weekend wat bleekjes uit zijn raam-loze kantoorkamer gekropen komt, schuiven wij ons hele gezin in Barreltje en trekken er gewapend met boterhammetjes (in herbruikbare boterhamzakjes), een oneindige voorraad doosjes rozijntjes, een thermoskan vol poffie poffie (koffie) en Google maps erop uit. 
Met wisselend succes, dat dan weer wel. Zo blijkt Cape Cod best wel groot te zijn en is het midden daarvan, Barnstable, niet bijzonder bruisend. Wat bruisender schijnt te zijn is Provincetown, maar dat is nog eens twee en een half uur rijden van Barnstable. Dat is mij natuurlijk helemaal niet aan te rekenen, het was de schuld van Google maps, alleen denkt de Man daar toch iets anders over, dus sindsdien wil de Man inspraak in onze roadtrips (waarschijnlijk omdat hij degene is die rijdt en dat helemaal niet zo leuk schijnt te vinden, zeker niet als we na 3 uur ergens in de middle of nowhere aankomen).
De Man ging het dus regelen, gelukkig had ik wat inspraak. 
Zei ik tot alle and're huisgenoten, vreemd ik weet niet wat ik heb, maar ik heb zo'n drang van binnen tot... Nou ja, je snapt het al, tot hiken!
Dat leek me fantastisch, toen wij zwoegend onze kloeke Hollandse kinderwagen met daarin onze uiterst luie kinderen (met te korte vingertjes voor de doosjes rozijntjes) een heuvel opjoegen, werden wij vrolijk begroet door allerhande outdoorsy types. Deze mensen waren duidelijk aan het hiken. Dat zag je, want ze hadden van die stokken, en een heleboel zakken op hun broeken, veel meer ritsen dan mij noodzakelijk leek, serieuze schoenen, fleecevesten en een rugzak vol proviand.
Man koos het pad, de kinderwagen lieten we thuis, we slingerden beide een kind op ons rug en daar gingen we. Het pad bleek nogal stijl te zijn en de Man bleek onze eerste (en voor mij tevens enige) ski-vakantie diep verdrongen te hebben. Een flinke glibberige stijging op reusachtige rotsblokken met de Kleine Beer op mijn rug die alleen maar kon wippen van plezier en 3 afdalingen later waarbij ik al mijn zen uit de kast moest halen later, besloot de Man toch maar om een wat hoogtevrees-vriendelijker pad te kiezen en zo hebben we uiteindelijk prachtig en vooral rustig glooiend gehiked. 
Hiken blijkt vooral een soort wandelen plus te zijn, en hoewel ik nog steeds al die ritsen niet helemaal snap, snap ik dat fleecevest beter, en nogal stijle berg opklimmen met een peuter op je rug is namelijk nogal een inspanning en zoals algemeen bekend is, krijg je het warm van inspanningen en dan is die hele warme winterjas en die enorme wollen sjaal niet heel fijn meer. Volgende keer dat er dus een peuter mijn rug op kan omdat ik wil hiken, zorg ik dat ik mijn fleecevest paraat heb. En uiteraard doosjes rozijntje, van die rode, want die gaan nooit out of style.