zaterdag 25 februari 2017

Boston Children's Hospital

Onze kinderen doen hun bijnamen eer aan, waar het Konijn uiterst behoedzaam een klimrek test en vaker niet dan wel geschikt acht om in te klimmen, stort de Beer zich met ware doodsverachting in het avontuur, of van het klimrek.
Meestal pakt het best aardig uit en landt hij na een salto mortale soepel op de grond, en af en toe overschat hij zichzelf. Zo dacht hij afgelopen zomer dat hij kon vliegen en sprong van de bovenkant van een 3 meter hoge glijbaan, tijdens zijn vlucht dacht hij dat het een uitstekend idee was om plat op zijn voeten te landen, met een zielig voetje tot gevolg.
En aangezien de Beer dit soort capriolen nooit tijdens kantooruren uithaalt, konden we op een zonnige zondagmiddag naar de eerste hulp. Gelukkig telt Boston ongeveer 6000 ziekenhuizen en wonen we ook nog eens best dicht bij die 6000 ziekenhuizen die allemaal in dezelfde wijk liggen, en wat nog handiger is, is dat een van die 6000 ziekenhuizen een ziekenhuis speciaal voor kinderen is.
Een paar uur en een uitgebreide inschrijvingsprocedure later stonden we met een paar röntgenfoto's, een paar gele anti-slipsokken en gelukkig geen gebroken voet weer buiten.
Dit weekend besloot onze Beer de hardplastic lieveheersbeestjes wipkip bij de speeltuin een kopstoot te geven. Het beest was niet zo zacht als zijn voorkomen deed vermoeden met een flink bloedbad en een diepe snee in zijn lip tot gevolg.
Rick Ross klust blijkbaar bij als Uber chauffeur, dus die bracht ons met ronkende stem en ronkende motor met gezwinde spoed naar de eerste hulp van het Boston Children's Hospital. Dit keer stonden we al in het systeem, dus de intake was een fluitje van een cent en binnen de kortste keren konden we de klapdeuren door waar we door een klein legertje van artsen, verpleegkundigen, kindertherapeuten en hospitality managers gezien werden. Net toen de Beer het flink zat begon te worden kreeg hij een neusspray waar hij zo ongelofelijk stoned van werd dat de gemiddelde puber met zijn eerste lachkick er nog een puntje aan kon zuigen. Giechelend kreeg hij zijn hechtingen en met Armand in mijn kielzog kon ik weer naar huis.
Zo halverwege de rit naar huis draaide de gezellige trip van de Beer om in een wat kwaadaardiger variant, waarbij niemand zijn vriendje was, ik herhaal, ik was NIET zijn vriendje. En eenmaal thuis deed hij dappere pogingen tot lopen, maar de zwaartekracht was sterk en zijn hoofd topzwaar.
Uiteindelijk hebben we hem weten te temmen met een onbeperkte stroom youtube filmpjes waar schreeuwerig plastic speelgoed uitgepakt wordt, iets waar iedereen die goed stoned is direct door betoverd zou raken en nadat hij de Ipad voor de derde keer op zijn hoofd had laten vallen, mochten we die wegleggen en konden we eindelijk allemaal slapen.
Zoals beloofd kan de Beer zich niks van het hele hechten herinneren, maar is hij gelukkig wel helemaal in zijn nopjes met de dinosaurus die hij van de speltherapeute heeft gekregen. Behoedzamer is hij er niet op geworden, hij heeft zijn eerste sprongen van de leuning van de bank er alweer op zitten.

zondag 29 januari 2017

wat een feest

Je kent die man wel, waarschijnlijk is het je oom, of anders de achterbuurman. Het is in ieder geval zeker geen vriend van je, maar wel iemand die je altijd weer tegen komt op feestjes en door degene die het feestje geeft meer uit plichtsbesef dan door het hebben van een warme vriendschap met de oom of achterbuurman is uitgenodigd. Hij heeft vaak maar één biertje nodig om zijn niet bijster verheven en kortzichtige 'oplossingen' om de wereld van de ophanden zijnde ondergang te redden en het duurt niet lang of 'Wilders zegt wel rake dingen' (nee, dat doet hij niet). Je glas raakt opeens bijzonder snel leeg en zo kun je aan je oom dan wel achterbuurman ontsnappen en in het allerergste geval komt ook dit feestje tot een einde en ben je alsnog verlost van de huiskamerpopulist.

Stel je nu voor dat die man nogal vermogend is en ook nog eens politieke ambities heeft, dat al zijn mede-populisten van mening zijn dat hij 'rake dingen' zegt en dat het kiessysteem nogal eigenaardig is waardoor slechts 27% van een kiesgerechtigde bevolking voor een overwinning kan zorgen.
Ik leef nu een week in een land waar die man, waar je nog niet eens een biertje mee wil drinken, aan de macht is, en ik ben moe. Ik wil naar huis, weg van dit feestje, of eigenlijk, ik wil helemaal niet weg van dit feestje, ik zou niets liever willen dan blijven. Ik zou willen dat die oom stopt met kortzichtige nare dingen in mijn oor te schreeuwen terwijl ik aan de andere kant van de kamer allemaal leuke kleurrijke mensen geanimeerde gesprekken zie voeren. Ik zou willen dat hij stopt met mij en mijn mede-visumhouders de toegang tot de huiskamer te ontzeggen, dat hij stopt met als een bezetene kortzichtige maatregelen door te voeren die het feestje en haar feestgangers ontzettend veel geld gaan kosten, maar verder niks op zal leveren.
Gelukkig komen de feestgangers in grote getale in opstand en en laten ze al deze rare maatregelen die het feestje voor iedereen verpesten niet zomaar over hun kant gaan, dus ik ben bereid nog even te blijven. Ik kijk het nog even aan, misschien wordt het feestje later op de avond weer leuk, als de oom dan wel achterbuurman al dan niet met geweld de deur is gewezen.

Gelukkig zijn mijn kinderen nog te jong om dit soort feestjes bij te mogen wonen en leven zij nog even in een wereld waar het wel een feestje is, waar de kinderen op hun feestje uit alle windstreken van de wereld komen, waar je beste vriendje half Peruaans, een kwart Nederlands en een kwart Amerikaans is en je andere vriendje half Duits, half Indiaas en dat dat allemaal geen klap uitmaakt, zolang je maar van lego houdt.