donderdag 24 december 2015

Vaatwasser

Als ik ergens een hekel aan heb, dan is het aan de afwas. Weinig origineel, maar waar en ik sta hier niet alleen in. Vrijwel iedereen is het met me eens en is om die reden dan ook in het bezit van een vaatwasser. Wegens ruimtegebrek in ons vorige huis heb ik lang zonder vaatwasser moeten leven, terwijl ik dus duidelijk een vaatwasser-mens ben.
Onze Amerikaanse Frigidaire en ik konden het goed met elkaar vinden, ik zette hem een paar keer per dag vol met vieze dingen, voerde hem een blokje en hij waste alles in 92 minuten trouw schoon. 
Tot die tragische avond, zelfde procedure als altijd, vieze dingen, blokje voeren, startknop aan aaien. En toen, helemaal niks. Geen enkel teken van leven. 
Al mijn technische huisvrouwenkennis in de strijd gegooid (stoppen uit en aan), maar het mocht niet baten. 
De landlord wist gelukkig wel een mannetje en na een weekje vloekend afwassen kwamen die langs. Lekker fris naar rook ruikend klommen ze met hun atletische lijven de twee trappen op. 
Ze keken eens naar Frigi, keken eens in het kastje ernaast en toen naar het Konijn en de Kleine Beer. Vervolgens belden ze de landlord om te vertellen dat de kosten $89,50 waren en dat was dat.
Zoals namelijk algemeen bekend is, zijn vaatwassers levensgevaarlijke killermachines die erop uit zijn het leven van hun eigenaren te beroven. 
Dus stel nou dat je jezelf opeens in de situatie bevind waarbij je je hoofd in de vaatwasser hebt gestoken en die plotseling het extra warme turboprogramma gaat draaien, dat zet je gewoon de killswitch uit (of aan?). Doet dat duivelse apparaat gelijk helemaal niks meer. Moet je alleen wel weten dat je een killswitch hebt en waar die zich dan bevindt. In ons geval is dat in en donker hoekje achterin het gootscheenkastje. Gelukkig wisten de minimannen dat wel en hebben me van een dramatische, maar zeer schone wisse dood weten te redden.